Adjuvante therapie met nivolumab bij hoogrisico melanoom stadium III toch vergoed
Per 29-11-2018 wordt de eerste adjuvante therapie in Nederland bij hoogrisico melanoom (stadium III) dan eindelijk vergoed. De tweede adjuvante behandeling, de therapie met de combinatie dabrafenib en trametinib (voor braf-positieve melanoompatiënten, een tweede, uiterst effectieve behandeling) is daarnaast ook goedgekeurd middels de aangepaste PASKWIL-criteria. Deze therapie kent nog een andere hobbel en dat is de zgn. ‘sluis’ van de minister van VWS. Hierover volgt spoedig meer info omdat erover door diverse partijen een bezwaarprocedure is gestart. Deze therapie is voor stadium III melanoompatiënten helaas dus nog afgesneden, maar de verwachting is dat dit tijdelijk is.
Dit alles betekent dat er vanaf nu (tenminste) één systemische behandeling kan worden toegevoegd na een operatie bij die groep melanoompatiënten - die weliswaar geen aantoonbare ziekte hebben - maar die een hoog risico op terugval of overlijden hebben. Deze therapieën (zowel nivolumab als de combinatietherapie dabrafenib en trametinib) leiden er toe dat het risico op terugkeer van de ziekte melanoom significant verminderd wordt en dit levert dus een zeker voordeel op voor een deel van de patiëntengroep. Helaas kunnen deze therapieën gepaard gaan met heftige bijwerkingen (dit hoeft uiteraard niet). Ook is het niet duidelijk of de individuele patiënt baat zal hebben bij de therapieën of dat hij of zij al genezen was na de operatie die hieraan vooraf ging en deze behandeling dus eigenlijk niet nodig had.
Concreet betekent bovenstaande voor de groep melanoompatiënten stadium III :
A. enkel de 14 melanoomcentra zijn bevoegd en ingericht om nivolumab toe te dienen bij deze groep melanoompatiënten, waarbij deze centra de kosten van deze behandeling kunnen declareren bij de zorgverzekeraar (de combinatie dabrafenib en trametinib zal later volgen als optie voor braf-positieve melanoompatiënten). Alle melanoomcentra volgen exact dezelfde richtlijnen dus er is geen reden om aan te nemen dat er - in termen van beschikbaarheid van de adjuvante behandelingen- verschillen zijn tussen deze 14 centra.
B. door de ontstane situatie waarbij de aanspraak op vergoeding in eerste instantie op “ja” stond, een maand later (oktober 2018) door de NVMO en ZN op “nee” is gezet en nu weer op “ja” is komen te staan, maar dat dit laatste nu - technisch gezien - niet meer kan leiden tot een geautomatiseerde mogelijkheid tot declaratie, is een kunstmatige oplossing bedacht door ZN. Hierdoor hoeft de melanoompatiënt niet nog een maand - met alle risico’s van dien - te wachten. Tot 1 januari 2019 en totdat een en ander is ingeregeld in de G-Standaard van Z-Index en declaratie op de gebruikelijke manier kan plaatsvinden, kan er per 29-11-2018 door de arts gebruik worden gemaakt van een machtigingsprocedure. U hoeft daar als patiënt niets anders te doen dan uw arts te wijzen op zijn of haar plicht om voor u als individuele patiënt een aanvraag in te dienen bij de desbetreffende zorgverzekeraar (van de patiënt in kwestie). Declaratie is vervolgens voor de periode tot 1 januari 2019 mogelijk met de dummycode 9999995. Ook hier kunt u uw arts op wijzen als deze hier niet mee bekend is.
C. op de website van het AvL staat momenteel – per abuis – dat nivolumab waarschijnlijk wordt vergoed vanaf 1 januari 2019. Het was juist geweest als hier stond dat nivolumab - met 100% zekerheid - per direct (per 29-11-2018) wordt vergoed. Deze vergoeding is namelijk door ZN, de verzekeraars CZ, Menzis en ONVZ, alsmede BMS (de geneesmiddelenontwikkelaar van nivolumab), schriftelijk bevestigd aan Stichting Melanoom.
Advies commissie BOM over dabrafenib-trametinib adjuvant - november 2018
Beeld: Telegraaf 29-11-2018